'Japan heeft het Recht heeft op Walvisjacht' - 2 Argumenten voor en 2 tegen

door Bas van Steekelenburg Milieu - Buitenland

In 2019 is Japan gestart met de commerciële walvisvaart. Dit jaar mogen er volgens hun eigen quotum 227 walvissen worden geharpoeneerd, ondanks een verbod op commerciële walvisvangst. 

Wordt het geen tijd om de jacht - al dan niet in naam van de wetenschap - te veroordelen en te verbieden?

Japan, IJsland en Noorwegen hebben een enorm lange traditie met walvisjacht. Er zijn in Japan handharpoenen van 12.000 jaar oud gevonden, en het is aantoonbaar dat dorpen zijn ontstaan uit de walvisjacht. Tijdens en na Wereldoorlog 2 zorgden walvissen in Japan voor genoeg voedsel. In 1947 zorgde de consumptie van walvisvlees voor de helft van de inname van dierlijke proteïnen, rond 1970 1/4de. Ieder jaar neemt de vraag naar walvisvlees af. 

Veel kustlanden over de hele wereld hebben een traditie met walvisvaart (Nederland stopte in 1964), maar in weinig landen is het zo’n groot onderdeel van de cultuur als in Japan. Ook de vraag naar walvisproducten neemt in Japan af.

Diersoorten zijn bedreigd wanneer deze de status ‘bedreigd’ hebben op de Rode Lijst van het IUCN. Deze komen zo in aanmerking voor beschermende maatregelen om uitsterven te voorkomen. Er zijn maar liefst 40 walvissoorten, waarvan 6 op de Rode Lijst als bedreigde diersoort zijn aangemerkt. 21 walvissoorten hebben een ‘data-deficient’ kernmerk, wat wil zeggen dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om over de status te oordelen. Zo zijn dus 34 soorten niet aangemerkt als beschermd. De IUCN heeft als enige natuurorganisatie de status van waarnemer bij de Verenigde Naties.

Vanaf 1986 werd een verbod op commerciële walvisjacht (moratorium) ingesteld door de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC), omdat aantallen sterk terugliepen. Er mogen 0 walvissen worden gedood. Er werden 2 uitzonderingen gemaakt:

  • De jacht op walvissen voor wetenschappelijke doeleinden. Het merkwaardige is dat de voorwaarde is dat het walvisvlees moet worden gebruikt, d.w.z. verkocht of weggegeven.
  • Aboriginal subsistence whaling: de traditionele jacht door volkeren als de Inuit, waarbij de mensen afhankelijk van de walvisvaart zijn om te overleven.

Er worden ieder jaar officieel meer dan 1000 walvissen gedood. Japan heeft het mogelijk gemaakt voor vissers om walvissen te verkopen die incidenteel zijn gevangen in visnetten.

Noorwegen en IJsland erkennen het verbod op de walvisjacht niet en vissen commercieel op Dwergvinvis (niet-bedreigd) en vinvissen (bedreigd). Japen erkent dit verbod wél, maar verleent veel vergunning en subsidies om in de naam van wetenschappelijke onderzoek te doden. Het internationaal Gerechtshof (ICJ) oordeelde in 2014 over VN-lid Japan dat er geen wetenschappelijke rechtvaardiging is voor het grote aantal dwergvinvissen dat Japan vangt. Dwergvinvissen staan niet op de Rode Lijst als bedreigd aangemerkt. Verder jaagt Japan op bultruggen (niet-bedreigd).

Naast de jacht op niet bedreigde walvissen, wordt er door Japan en IJsland op de volgende bedreigde walvissen gejaagd:

  • Vinvis (Fin) 100+ gedood per jaar door IJsland
  • Sei walvis: 100 per jaar door Japan
  • Bryde’s walvis: <50 per jaar door Japan (Data Deficient=onvoldoende informatie voor status ‘bedreigd’ of ‘onbedreigd’)

Lees meer via IWC over: exacte aantallen en informatie over commerciële walvisvangst. Data over Japan ontbreekt, want vangst is voor wetenschappelijke doeleinden aangemerkt.

Een stop op de walvisjacht wordt door sommige Japanners gezien als een aanval op de Japanse cultuur en identiteit, waarin het eten van walvisvlees en -olie een voedseltraditie is en de jacht en vleesverwerking belangrijke onderdelen zijn van de cultuur. Niemand heeft het recht Japanners te vertellen wat ze niet mogen eten.

Er wordt o.a. gezegd dat Japan in ruil voor ontwikkelingshulp landen zoals Cambodja vraagt om toe te treden tot IWC en tegen het jachtverbod te stemmen.


‘Walvissen mogen ook niet meer worden gedood voor wetenschappelijke doelen’

Geldend voor alle 40 walvissoorten, diersoorten met de status bereigd en onbedreigd.



ARGUMENTEN VOOR

1. Voor wetenschappelijk doeleinden is het niet nodig walvissen te doden

De ‘wetenschappelijke walvisjacht’ levert weinig tot geen nuttige informatie op en is feitelijk niets meer dan commerciële jacht uit naam van de wetenschap. In een tijd waarin DNA-afname en het volgen van dieren op afstand tot de mogelijkheden behoren, hoeven wetenschappers walvissen niet langer te doden om informatie over ze te verzamelen. Er kunnen monsters worden genomen van huidschilfers, blubber en fecaliën.

2. Het doden van walvissen is vreselijk pijnlijk

De methodes om walvissen te doden zijn zeer pijnlijk. Door te harpoeneren bloeden walvissen tientallen minuten lang dood en ervaren veel pijn. Walvissen zijn relatief intelligent, communiceren, leren en werken samen; zijn zelfbewust, tonen compassie en verdriet. Dit maakt een dood voor het beest nog tragischer.

ARGUMENTEN TEGEN

1. Japan heeft het culturele recht op walvisvaart

Al duizenden jaren is de walvisvaart een belangrijk onderdeel van traditie en identiteit in Japanse kustregio’s. Hierdoor is er nog altijd een behoefte aan het ritueel van de walvisjacht en het verwerken van het dier in walvisproducten. 

Er zijn in Japan handharpoenen van 12.000 jaar oud gevonden, en het is aantoonbaar dat dorpen zijn ontstaan uit de walvisjacht. Tijdens en na Wereldoorlog 2 zorgden walvissen in Japan voor genoeg voedsel. In 1947 zorgde de consumptie van walvisvlees voor de helft van de inname van dierlijke proteïnen, rond 1970 1/4de.

Laat de commerciële walvisjacht toe van niet-bedreigde walvissoorten; 34 walvissoorten hebben geen bedreigde status. Er kan voorzichtig een duurzame walvisvaart worden gestart. Japan heeft zelf baat bij duurzame hoeveelheden walvisaantallen, en zal dus zelf er voor zorgen dat er niet teveel walvissen worden gedood.

2. Een verbod helpt niet omdat er geen maatregelen zijn

Japan erkent officieel het verbod op commerciële walvisjacht van het IWC. Als walvissen ook onder wetenschappelijke doeleinden niet meer mogen worden gedood, zal Japan ‘gewoon’ het verbod voor commerciële walvisvangst schenden.

Eerder deden Noorwegen en Ijsland dit en had dit geen grote represailles als gevolg. In 1986 werd een verzoek van Ijsland afgewezen om walvissen te doden voor wetenschappelijk onderzoek en dit onderzoek te financieren met opbrengsten uit de vleesverkoop aan Japan. Hierna hervatte Ijsland de commerciële walvisjacht. Ondanks de verzoeken van natuurorganisaties volgden hierop vrijwel geen sterke internationale sancties.

Lees verder: een uitgebreide analyse over walvisjacht door Zee- en walvisvaart deskundige Klaas Barthelmess

Je hebt zeker wel iets toe te voegen aan deze discussie? Help mee en draag bij!